Artikel 8:51a Awb
De toepassing van artikel 8:51a Awb (bestuurlijke lus) is een bevoegdheid van de bestuursrechter en geen verplichting (Raad van State 7 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2635)

Gepubliceerd door Rechtspraak bestuursrecht op
De toepassing van artikel 8:51a Awb (bestuurlijke lus) is een bevoegdheid van de bestuursrechter en geen verplichting (Raad van State 7 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2635)
Bij een besluit op grond van de Omgevingswet tot vaststelling of wijziging van een omgevingsplan (ex artikel 2.4 Omgevingswet) wordt artikel 6:13 Awb (redelijkerwijs verwijt beroep, dus geen zienswijze ingediend tegen ontwerpplan) niet tegengeworpen aan belanghebbenden (voor het antwoord op de vraag of een beroep van een appellant in een dergelijk geval ontvankelijk is, is dus beslissend of hij belanghebbende is) (Raad van State 30 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1928)
Als met ingang van 1 januari 2024 (inwerkingtreding Omgevingswet) nog een vergunningplicht bestaat voor de aan de orde zijnde activiteit, dan heeft een appellant procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep gericht tegen de verleende omgevingsvergunning (artikel 8:1 Awb) (Raad van State 9 april 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1591)
Als in de begripsbepalingen van een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro geen definitie is opgenomen van het begrip “wonen”, dan moet de woonfunctie het hoofddoel blijven (als de nadruk van het verblijf in de woningen verschuift van zelfstandige bewoning naar zorg, dan verdraagt dat gebruik zich niet langer met de woonbestemming, maar krijgt dit meer een maatschappelijk karakter) (Raad van State 19 maart 2025, ECLI:NL:RVS:2025:1183)