Artikel 3.1 Wro
Bij een besluit over de verlening van een omgevingsvergunning kan de gelding van een bestemmingsplanregel aan de orde worden gesteld en de betreffende planregel kan slechts onverbindend worden verklaard of buiten toepassing worden gelaten indien deze evident in strijd is met een hogere regeling, waarbij onder meer vereist is dat de hogere regeling zodanig concreet is dat deze zich voor toetsing bij wijze van exceptie leent (artikel 3.1 Wro) (Raad van State 5 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3979)