Artikel 3.1.2 lid 2 onder a Bro
Of een open norm in een planregel voldoende concreet en objectief begrensd is, hangt af van de omstandigheden van het geval. De volgende omstandigheden zijn van belang:
1) de aard en omvang van de bouw- en gebruiksmogelijkheden, waarop de open norm, en in samenhang daarmee de beleidsregel, zien,
2) het anderszins in de planregels genormeerd zijn van de bouw- en gebruiksmogelijkheden, waarop de figuur van de open norm, die in een beleidsregel wordt uitgelegd, ziet, en de relatie tussen die andere normering en de betrokken open norm,
3) de aanleiding voor het werken met een dergelijke figuur, en
4) de aard en omvang van het plangebied of het betrokken deel daarvan, waarop die figuur ziet. Daarbij is ook van betekenis op welk facet van een goede ruimtelijke ordening de open norm betrekking heeft en wat de aard en omvang van de effecten ervan voor de omgeving zijn (artikel 3.1.2 lid 2 onder a Bro) (Raad van State 27 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2388)