Artikel 5:1 Awb
Voor het aannemen van feitelijk leidinggeven aan de verboden gedraging als bedoeld in artikel 5:1 Awb is op zichzelf niet voldoende dat iemand bestuurder is van een rechtspersoon die een overtreding heeft begaan. Niet vereist is echter dat sprake is van (voorwaardelijk) opzet gericht op de wederrechtelijkheid van de gedragingen, ook bij het achterwege laten van maatregelen ter voorkoming van verboden gedragingen kan sprake zijn van feitelijk leidinggeven (Raad van State 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1065)