Recente rechtspraak

Het zwijgrecht en de cautieplicht ex artikel 5:10a Awb bestaan wanneer naar objectieve maatstaven door een redelijk waarnemer kan worden vastgesteld dat de betrokkene wordt verhoord met het oog op het aan hem/haar opleggen van een bestraffende sanctie (Raad van

Bij schending van vormvoorschriften kan het besluit tot oplegging van een bestuurlijke sanctie toch in stand blijven als de overtreder door deze schending niet in zijn belangen of verdediging is geschaad (artikel 5:9 Awb) (College van Beroep voor

Bij een eendaadse samenloop (als door een gedraging twee of meer voorschriften worden overtreden die naar hun strekking zodanig nauw samenhangen dat in de praktijk maar één overtreding plaatsvindt) geldt artikel 5:8 Awb (meerdaagse samenloop) niet (Raad van State 26

Er is sprake van klaarblijkelijke dreiging als bedoeld in artikel 5:7 Awb indien het gevaar van een overtreding met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal plaatsvinden en indien wordt voldaan aan de voorwaarde dat deze overtreding met voldoende duidelijkheid (vanuit

Bij een eerdere overtreding is voor het opleggen van een herstelsanctie niet vereist dat klaarblijkelijk gevaar voor overtreding als bedoeld in artikel 5:7 Awb bestaat (Raad van State 24 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1955)

Er bestaat op grond van artikel 5:6 Awb geen verbod tot het opleggen van twee lasten onder bestuursdwang aan twee verschillende overtreders (Raad van State 4 april 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1093)

Bij een samenloop van overtredingen waarbij meerdere bestuursorganen bevoegd zijn, is een combinatie van herstelsancties mogelijk (artikel 5:6 Awb) (Raad van State 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1065)

Herstelsancties kunnen op grond van artikel 5:6 Awb wel na elkaar worden toegepast (voor dezelfde overtreding) (Raad van State 10 december 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4509)

Een bestuurlijke boete kan worden vernietigd wegens een onvoldoende duidelijk overtreden voorschrift (artikel 5:4 Awb) (Raad van State 20 november 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AF0842)

Tijdelijkheid van een intrekking van een vergunning hoeft niet zonder meer te betekenen dan sprake is van een bestraffende sanctie als bedoeld in artikel 5:2 lid 1 sub c Awb (Raad van State 14 april 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AO7465)