De gemeenteraad heeft een ruime beoordelingsvrijheid bij het bepalen van de grenzen van een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro, mits geen sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening of het recht (Raad van State 18 mei 2011,
Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
De gemeenteraad is niet verplicht de richtafstanden uit de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering te hanteren bij de vaststelling van het bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro, hier kan gemotiveerd van worden afgeweken (Raad van State 22 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:766)
Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
De richtafstanden uit de VNG-brochure Bedrijven en milieuzonering kunnen een indicatie vormen of in het kader van een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro sprake is van een goede ruimtelijke ordening, maar er zal altijd een separate afweging door de gemeenteraad
Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
De grens van de ‘bebouwde kom’ wordt bij gebreke van een definitie van dit begrip in het bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro bepaald door de aard van de omgeving (Raad van State 27 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:149)

Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
Een aanlegverbod (tenzij vergunning) voor de bescherming van archeologische waarden kan ofwel in een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro ofwel in een erfgoedverordening worden opgenomen (Raad van State 24 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:209)

Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro moet rekening worden gehouden met de archeologische monumenten, maar het feitelijke onderzoek kan worden doorgeschoven naar de uitvoeringsfase als door technische beperkingen ten tijde van vaststelling van het bestemmingsplan geen
Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
Als sprake is van een Natura 2000-gebied, moet in een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro worden uitgegaan van de feitelijke en planologisch toegestane situatie voorafgaand aan de vaststelling van het plan of – in andere bewoordingen – de planologisch legale
Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
Bij het beoordelen of een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro tot een goede ruimtelijke ordening strekt moeten ook de voordelen en nadelen van alternatieven worden bezien (Raad van State 3 mei 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1688 en Raad van State 17 oktober 2018,
Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
Het hanteren van een bepaalde afstand tussen agrarische bedrijvigheid en woningbouw in een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro moet met een ruimtelijk relevant argument worden onderbouwd, de Nge-methode (een door het Landbouw Economisch Instituut vastgestelde economische norm voor statistische vergelijking
Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
In een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro moet in het kader van een goede ruimtelijke ordening worden gemotiveerd waarom de gehanteerde afstand tussen agrarische bedrijvigheid en woningbouw in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening (Raad van State 7 januari