Het ontwerp van de verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 Wabo moet tegelijkertijd met het ontwerp van het daarmee samenhangende besluit ter inzage worden gelegd | Raad van State 19 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2734 |
Het bestuursorgaan dat over de verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 Wabo moet beslissen, moet zelfstandig een standpunt innemen over het ontwerp van de verklaring van geen bedenkingen | Raad van State 9 mei 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1511 |
Tegen een besluit inzake de verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 Wabo staat geen zelfstandig beroep open | Raad van State 23 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1414 |
Een weigering van een omgevingsvergunning op grond van aspecten die bij de verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 Wabo afgewogen hadden moeten worden is alleen mogelijk als de verklaring van geen bedenkingen is geweigerd | Raad van State 6 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:921 |
Voorschriften die door het bestuursorgaan dat de verklaring van geen bedenkingen moet afgeven worden opgelegd, moeten op grond van artikel 2.27 lid 3 Wabo duidelijk in de vergunning kenbaar worden gemaakt | Raad van State 31 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1333 |
Als het bestuursorgaan dat een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 Wabo moet afgeven van oordeel is dat bepaalde reeds in de vergunning opgenomen voorschriften moeten worden gewijzigd, dan moet het bestuursorgaan dat beslist over de vergunning dit opvolgen | Raad van State 10 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3354 |
De ontwerp verklaring van geen bedenkingen mag worden voorbereid door het College van B&W, als de gemeenteraad maar zelfstandig een besluit neemt over de (ontwerp) verklaring van geen bedenkingen (artikel 2.27 Wabo) | Raad van State 9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2205 |