De termijn die bij een bestuurlijke lus als bedoeld in artikel 8:51a Awb aan een of meer partijen wordt opgelegd is voor partijen bindend (Raad van State 2 februari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP2840)

De termijn die bij een bestuurlijke lus als bedoeld in artikel 8:51a Awb aan een of meer partijen wordt opgelegd is voor partijen bindend (Raad van State 2 februari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP2840)
Het toepassen van de bestuurlijke lus als bedoeld in artikel 8:51a Awb is een bevoegdheid van en geen verplichting voor de rechter (Raad van State 13 april 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BQ1079)
De afwijzing van een verzoek van een partij tot toepassing van de bestuurlijke lus als bedoeld in artikel 8:51a Awb moet door de rechter worden gemotiveerd (Raad van State 19 oktober 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BT8578)
Een rechter moet eerst nagaan of de rechtsgevolgen van een te vernietigen besluit in stand kan worden gelaten of dat hij zelf in de zaak kan voorzien. Pas als dit niet kan, dan moet hij nagaan of een bestuurlijke lus
Het tijdstip waarop de bestuursrechter een bericht plaatst in het digitale systeem wordt op grond van artikel 8:36c Awb als het tijdstip beschouwd waarop de geadresseerde het bericht heeft ontvangen (Raad van state 26 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:270)
Een te late indiening van de gronden door een technische storing kan worden onderbouwd met schermafdrukken van pogingen om de gronden tijdig in te dienen (artikel 8:36c Awb) (Raad van State 21 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1000)
Artikel 8:26 Awb (belanghebbende als partij) is van openbare orde, dat een ambtshalve toetsing van de rechter vergt (Centrale Raad van Beroep 13 december 2005, ECLI:NL:CRVB:2005:AU8104)
Een toegelaten belanghebbende als partij als bedoeld in artikel 8:26 Awb (die zelf geen beroep heeft ingesteld) kan geen hoger beroep instellen als deze door de uitspraak in eerste aanleg niet in een ongunstigere positie is komen te verkeren (Raad
Artikel 6:13 Awb (redelijkerwijs verwijt beroep) of niet-ontvankelijkheid van het beroep kunnen in de weg staan om als partij in de zin van artikel 8:26 Awb aan de procedure te kunnen deelnemen (Raad van State 22 februari 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV6555)
Degene met een tegengesteld belang aan dat van een eiser hoeft niet als partij in de zin van artikel 8:26 Awb te worden toegelaten als zijn/haar belang in een eerdere procedure voldoende aan de orde is gekomen en zijn/haar belang