Bij onduidelijkheden in een provinciale verordening ex artikel 4.1 Wro is de tekst van de verordening bepalend, niet de toelichting ervan (Raad van State 22 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1745)
![Tekst provinciale verordening bepalend](https://rechtspraakbestuursrecht.nl/wp-content/uploads/2022/08/law-4165867_1920-1024x684.jpg)
Bij onduidelijkheden in een provinciale verordening ex artikel 4.1 Wro is de tekst van de verordening bepalend, niet de toelichting ervan (Raad van State 22 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1745)
Bepalingen uit een provinciale verordening ex artikel 4.1 Wro kunnen exceptief worden getoetst (exceptieve toetsing). De rechter toetst hierbij slechts of de betrokken belangen zo onevenwichtig zijn afgewogen dat de provincie niet in redelijkheid tot dat besluit heeft kunnen komen
Voor het antwoord op de vraag of sprake is van een provinciaal belang als bedoeld in artikel 4.1 Wro (provinciale verordening) is bepalend of het belang zich leent voor behartiging op provinciaal niveau vanwege de daaraan klevende bovengemeentelijke aspecten, de
Als een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro onverbindend wordt verklaard, dan blijft de daaraan voorafgaand geldende beheersverordening gelden (artikel 3.39 Wro) (Raad van State 10 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:53)
Als een beheersverordening ex artikel 3.38 Wro onverbindend wordt verklaard, dan is de verordening nooit vastgesteld en blijft het daaraan voorafgaand geldende bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro gelden (artikel 3.39 Wro) (Raad van State 10 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:53
Een beheersverordening ex artikel 3.38 Wro kan exceptief worden getoetst (exceptieve toetsing) (Raad van State 10 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:53)
Illegaal gebruik kan – mits goed gemotiveerd – in een beheersverordening ex artikel 3.38 Wro positief worden bestemd (Raad van State 27 december 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3569)
In een beheersverordening ex artikel 3.38 Wro kan het bevoegd gezag bouw- en gebruiksmogelijkheden van het voorgaande bestemmingsplan beperken, mits het gaat om onbenutte mogelijkheden en indien deze mogelijkheden niet langer in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening ex artikel
Er kan geen beroep tegen een coördinatiebesluit ex artikel 3.30 Wro worden aangetekend (Raad van State 20 juli 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2015)
Bij het toepassen van artikel 3.30 Wro (coördinatiebesluit) moet eerst het bestemmingsplan worden vastgesteld alvorens de daarmee gecoördineerde omgevingsvergunning kan worden verleend (Raad van State 24 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1982)