Als het bestuursorgaan het besluit wil handhaven, de gebreken herstelt en andere partijen zich daarover in voldoende mate hebben uitgelaten, dan kunnen de rechtsgevolgen van het besluit in stand worden gelaten (mits het herstelde besluit in rechte in stand kan blijven) (artikel 8:72 Awb) (Raad van State 19 februari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:504)
Recente rechtspraak
Artikel 3.1 Wro
Een verleende, maar nog niet onherroepelijke vergunning vormt weliswaar een zwaarwegend belang bij het vaststellen van een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro, maar de raad kan zich bij het vaststellen van dit plan niet louter baseren op de verwachting dat een verleende vergunning onherroepelijk zal worden en dat het vergunde daarom uit een oogpunt van rechtszekerheid als zodanig bestemd moet worden. De raad moet immers nog de afweging maken of er uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening redenen zijn om de vergunning al dan niet in te passen (Raad van State 14 augustus 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3290)