Artikel 3.1 Wro
De grens van de ‘bebouwde kom’ wordt bij gebreke van een definitie van dit begrip in het bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro bepaald door de aard van de omgeving (Raad van State 27 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:149)

Gepubliceerd door Rechtspraak bestuursrecht op
De grens van de ‘bebouwde kom’ wordt bij gebreke van een definitie van dit begrip in het bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro bepaald door de aard van de omgeving (Raad van State 27 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:149)
Als een verzoek om handhaving van de Wet geluidhinder is ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet (overgangsrecht besluit op aanvraag), dan blijft op grond van artikel 4.3 onder a Invoeringswet Omgevingswet het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het besluit op dat verzoek onherroepelijk wordt (Raad van State 2 juli 2025, ECLI:NL:RVS:2025:2953)
Geen rechtsregel verzet zich er tegen dat twee omgevingsvergunningen worden aangevraagd en verleend voor één perceel / locatie, ook niet wanneer uiteindelijk maar één van die omgevingsvergunningen zal worden gebruikt (artikel 2.1 Wabo) (Raad van State 7 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3277)
Wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die een omgevingsvergunning ex artikel 5.1 Omgevingswet toestaat, is in beginsel belanghebbende bij die vergunning. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ van de activiteit is een correctie op dit uitgangspunt. Zonder gevolgen van enige betekenis heeft iemand geen persoonlijk belang bij het besluit (Raad van State 4 juli 2025, ECLI:NL:RVS:2025:3014)