Een onjuiste bekendmaking van een vastgesteld bestemmingsplan ex artikel 3.8 lid 3 Wro kan op zichzelf niet leiden tot een vernietiging van het plan (Raad van State 4 april 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW0782)

Een onjuiste bekendmaking van een vastgesteld bestemmingsplan ex artikel 3.8 lid 3 Wro kan op zichzelf niet leiden tot een vernietiging van het plan (Raad van State 4 april 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW0782)
De ingediende zienswijzen tegen een ontwerpbestemmingsplan kunnen bij de vaststelling van het plan samengevat worden weergegeven (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 3 juli 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2214)
Een bestemmingsplan kan niet gewijzigd door de gemeenteraad worden vastgesteld aan de hand van een amendement van de raad zonder dat dit amendement enige ruimtelijke onderbouwing bevat (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 29 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1807)
Het college van burgemeester en wethouders kan geen last onder dwangsom ex artikel 5:31d Awb aan de gemeenteraad opleggen, waarin de raad wordt verplicht om binnen een bepaalde termijn een bestemmingsplan vast te stellen (artikel 3.8 Wro) (Raad
Gedeputeerde Staten kunnen los van het (al dan niet) nemen van een reactieve aanwijzing ex artikel 3.8 lid 6 Wro, altijd zelfstandig beroep instellen tegen het bestemmingsplan, mits zij als belanghebbende kunnen worden aangemerkt (Raad van State 10 oktober
Gedeputeerde Staten kunnen op grond van artikel 3.8 lid 6 Wro een reactieve aanwijzing tegen het vastgestelde bestemmingsplan indienen voor zover provinciale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken (Raad van State 16 februari 2011,
Een bestemmingsplan mag niet zodanig gewijzigd worden vastgesteld dat naar aard en/of omvang sprake is van een wezenlijk ander plan (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 3 augustus 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR4016)
Indien een bestemmingsplan gewijzigd wordt vastgesteld, dan kunnen degenen die geen zienswijze tegen het ontwerp bestemming hebben ingediend ook beroep instellen, voor zover deze door het gewijzigde plan in een nadeligere positie zijn komen te verkeren (artikel 3.8 Wro
Het enkele overschrijden van de beslistermijn voor het nemen van een besluit omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan ex artikel 3.8 lid 1 Wro betekent niet automatisch dat de gemeente in privaatrechtelijke zin onrechtmatig heeft gehandeld, hiervoor zijn bijkomende omstandigheden
Een pro forma zienswijze tegen een ontwerpbestemmingsplan (een zienswijze zonder gronden) is toegestaan, tenzij de Crisis- en herstelwet van toepassing is (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 11 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3097)