Het enkele overschrijden van de beslistermijn voor het nemen van een besluit omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan ex artikel 3.8 lid 1 Wro betekent niet automatisch dat de gemeente in privaatrechtelijke zin onrechtmatig heeft gehandeld, hiervoor zijn bijkomende omstandigheden
Recente rechtspraak
Artikel 3.8 Wro
Een pro forma zienswijze tegen een ontwerpbestemmingsplan (een zienswijze zonder gronden) is toegestaan, tenzij de Crisis- en herstelwet van toepassing is (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 11 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3097)

Recente rechtspraak
Artikel 3.8 Wro
Als niet alle bij het ontwerpbestemmingsplan behorende stukken ter inzage worden gelegd, kan het bestemmingsplan – afhankelijk van de mate van benadeling van partijen – op grond van artikel 3:11 Awb worden vernietigd (artikel 3.8 lid 1 Wro)
Recente rechtspraak
Artikel 3.8 Wro
Bij de vernietiging van een bestemmingsplan inclusief de opdracht binnen een bepaalde termijn een nieuw bestemmingsplan vast te stellen hoeft niet opnieuw de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure ex afdeling 3.4 Awb te worden gevolgd, tenzij het nieuwe plan naar aard en
Recente rechtspraak
Artikel 3.8 Wro
Het niet kennis geven van het voornemen om een bestemmingsplan voor te bereiden ex artikel 1.3.1 Bro heeft geen gevolgen voor de rechtmatigheid van het bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 30 juni
Recente rechtspraak
Artikel 3.8 Wro
Het in strijd handelen met een gemeentelijke inspraakverordening heeft geen gevolgen voor de rechtmatigheid van het bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 21 april 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BM1788)

Recente rechtspraak
Artikel 3.7 Wro
Er kunnen meerdere opeenvolgende voorbereidingsbesluiten ex artikel 3.7 Wro worden genomen zonder dat een planherziening daadwerkelijk in voorbereiding is genomen (Raad van State 19 september 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB3837)

Recente rechtspraak
Artikel 3.6 Wro
Nadere eisen in een bestemmingsplan mogen uitsluitend worden toegekend met het oog op incidentele gevallen, wanneer een aanvraag om vergunning daartoe aanleiding geeft, met het oog op een goede planologische inpassing van het bouwplan in het concrete geval, en deze
Recente rechtspraak
Artikel 3.6 Wro
Nadere eisen in een bestemmingsplan moeten aansluiten bij de daarover in het bestemmingsplan opgenomen onderwerp en voldoende duidelijk moet zijn in welke gevallen en onder welke omstandigheden van de nadere eisen gebruik kan worden gemaakt (artikel 3.6 lid 1
Recente rechtspraak
Artikel 3.6 Wro
Als voor de toepassing van een binnenplanse ontheffing ex artikel 3.6 lid 1 onder c Wro onderzoeken moeten worden gedaan, dan moet dit al bij het ‘moederplan’ (het bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro waarin de afwijkingsbevoegdheid is opgenomen) worden gedaan