Bij het vergelijken van planologische regimes voor (eventuele) planschade ex artikel 6.1 Wro is niet de feitelijke situatie, maar hetgeen op grond van het oude planologische regime maximaal kon worden gerealiseerd relevant, ongeacht of de verwezenlijking van de planologische mogelijkheden
Recente rechtspraak
Artikel 6.1 Wro
Bij het vergelijken van planologische regimes voor (eventuele) planschade ex artikel 6.1 Wro is niet de feitelijke situatie, maar hetgeen op grond van het oude planologische regime maximaal kon worden gerealiseerd relevant, ongeacht of de verwezenlijking van de planologische mogelijkheden
Recente rechtspraak
Artikel 6.1 Wro
Bij het vergelijken van planologische regimes voor (eventuele) planschade ex artikel 6.1 Wro moet worden uitgegaan van een maximale planologische invulling, tenzij met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid valt uit te sluiten dat deze maximale invulling gerealiseerd kon of kan
Recente rechtspraak
Artikel 4.2 Wro
Een proactieve aanwijzing ex artikel 4.2 Wro kan niet worden gegeven om de vaststelling van een bestemmingsplan af te dwingen die in strijd is met de bepalingen van de provinciale verordening ex artikel 4.1 Wro (Raad van State 16 september
Recente rechtspraak
Artikel 4.2 Wro
Een proactieve aanwijzing ex artikel 4.2 Wro kan ook worden gegeven als het college van Gedeputeerde Staten geen reactieve aanwijzing ex artikel 3.8 Wro heeft genomen of geen beroep tegen het desbetreffende bestemmingsplan heeft ingesteld (Raad van State 27 mei
Recente rechtspraak
Artikel 4.2 Wro
Beroep tegen een proactieve aanwijzing ex artikel 4.2 Wro is niet mogelijk, tenzij deze aanwijzing ziet op een concreet aangegeven locatie, waarvan geen afwijking mogelijk is (Raad van State 17 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3436)
Recente rechtspraak
Artikel 4.1a Wro
Algemene, vaak verwachte positieve effecten van een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, zoals een verwachte versterking van de economische structuur, toename van de werkgelegenheid en verbetering van de ruimtelijke kwaliteit kunnen op zichzelf niet als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt waarvoor een ontheffing
Recente rechtspraak
Artikel 4.1a Wro
De omstandigheid dat een aanvrager een supermarkt wil vestigen, maar hiervoor in het centrum geen ruimte is, is geen bijzondere omstandigheid waarvoor een ontheffing van de provinciale verordening ex artikel 4.1a Wro kan worden verleend (Raad van State 31 januari
Recente rechtspraak
Artikel 4.1a Wro
De ontheffing van de provinciale verordening ex artikel 4.1a Wro kan worden verleend als de ontwikkeling voorzien(baar) is, maar uitsluitend indien sprake is van bijzondere omstandigheden die zijn gelegen in de ruimtelijke kwaliteit van de ontwikkeling waarvoor ontheffing aangevraagd (Raad
Recente rechtspraak
Artikel 4.1 Wro
De regels uit een provinciale verordening ex artikel 4.1 Wro zijn ook van toepassing bij het hanteren van een wijzigingsbevoegdheid uit een bestemmingsplan ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro (Raad van State 20 maart 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BZ4955)