De binnenplanse afwijkingsmogelijkheid ex artikel 2.12 lid 1 onder a sub 1 Wabo moet voldoende duidelijk zijn omgeschreven (lees: voldoende objectief zijn begrensd) (Raad van State 31 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:339)

Recente rechtspraak
De binnenplanse afwijkingsmogelijkheid ex artikel 2.12 lid 1 onder a sub 1 Wabo moet voldoende duidelijk zijn omgeschreven (lees: voldoende objectief zijn begrensd) (Raad van State 31 januari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:339)
Naarmate een bestemmingsplan meer mogelijkheden voor de realisatie van een bouwplan toestaat, heeft het bevoegd gezag meer beoordelingsruimte om een bouwplan in strijd met de redelijke eisen van welstand te oordelen, tenzij uit de voorschriften en/of de systematiek van het
Bij een welstandstoets moeten de bebouwingsmogelijkheden uit het bestemmingsplan in beginsel als uitgangspunt worden gehanteerd (artikel 2.10 lid 1 onder d Wabo) (Raad van State 10 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1129)
Het overnemen van een welstandsadvies door het bevoegd gezag behoeft geen nadere toelichting, tenzij het advies naar aard en inhoud zodanige gebreken vertoont dat dit niet kan of in het geval de aanvrager of een derde een deskundig tegenadvies (contra-expertise)
Het bevoegd gezag mag aan een welstandsadvies in beginsel doorslaggevende betekenis toekennen, maar het is niet aan dit advies gebonden en de verantwoordelijkheid voor toetsing aan welstand ligt bij het bevoegd gezag zelf (artikel 2.10 lid 1 onder d
Het bevoegd gezag is bevoegd om van een negatief welstandsadvies af te wijken, op grond van overwegingen van algemeen belang of gelet op de concrete individuele omstandigheden van het geval (artikel 2.10 lid 1 onder d Wabo) (Raad
Een bouwwerk dat voor een termijn van 30 jaar wordt verleend is een tijdelijk bouwwerk, dat niet aan redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 2.10 lid 1 onder d Wabo hoeft te voldoen (Raad van State 29 mei
Bij het onverbindend verklaren van een beheersverordening ex artikel 3.38 Wro moet voor de toetsing van de aanvraag om omgevingsvergunning in beginsel worden teruggevallen op het planologisch regime dat voorafgaand aan de beheersverordening gold (Raad van State 10 januari 2018,
Bij de toetsing aan artikel 2.10 lid 1 onder c Wabo (strijd met planologisch regime) moet niet alleen worden beoordeeld of het bouwwerk overeenkomstig de bestemming kan worden opgericht/gebruikt, maar ook of het bouwwerk daadwerkelijk overeenkomstig de bestemming wordt opgericht/gebruikt
De toetsing aan de bouwverordening als bedoeld in artikel 2.10 lid 1 onder b Wabo is een aannemelijkheidstoets, zodat het bevoegd gezag hierbij over een bepaalde mate van beoordelingsvrijheid beschikt (Raad van State 25 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2354)