Het bestuurlijk vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro is in beginsel vormvrij, maar moet plaatsvinden voordat het ontwerpbesluit ter inzage is gelegd (Raad van State 23 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3229)

Het bestuurlijk vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro is in beginsel vormvrij, maar moet plaatsvinden voordat het ontwerpbesluit ter inzage is gelegd (Raad van State 23 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3229)
Een houder van een Drank- en horecawetvergunning mag er op grond van (uitsluitend) deze vergunning niet op vertrouwen dat het bestuursorgaan niet middels een last onder dwangsom ex artikel 5:32 Awb handhavend zal optreden tegen planologisch strijdig gebruik (Raad van
Het beschikken over een exploitatievergunning en/of een Drank- en Horecawetvergunning schept in beginsel niet de gerechtvaardigde verwachting dat een zelfstandige horecagelegenheid planologisch zal worden toegestaan in het bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro (Raad van State 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1887)
De omstandigheid dat in de redengevende omschrijving behorend bij het aanwijzingsbesluit voor een (rijks)monument het interieur niet expliciet als zodanig wordt genoemd, laat onverlet dat aan dat interieur ook monumentale waarden kan toekomen die op grond van het aanwijzingsbesluit bescherming
Het beschermde monument is wat in die redengevende omschrijving als zelfstandige eenheid is genoemd. Bij de vaststelling van een zelfstandige eenheid gaat het om datgene wat bouwkundig en functioneel een onlosmakelijk geheel vormt. Verder is het civielrechtelijk onderscheid in onroerende
Het College van B&W komt bij de vraag of het belang van de monumentenzorg zich verzet tegen vergunningverlening beoordelingsruimte toe (toetsingscriteria omgevingsvergunning rijksmonument ex artikel 2.15 Wabo) (Raad van State 25 januari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:295)
Artikel 4 lid 9 Bijlage II Bor (kruimelvergunning afwijkend gebruik) kan worden toegepast voor het zelfstandig wijzigen van een bij een bouwwerk behorend aansluitend terrein, maar alleen als het gewenste gebruik van dat bouwwerk al is toegestaan (Raad van State
Uit artikel 7:13 lid 7 Awb volgt niet dat het bestuursorgaan moet motiveren waarom het opvolgen van het advies van de bezwaarschriftencommissie niet mogelijk is, maar dat het moet motiveren wat de reden is voor het afwijken van het advies
Een motie van de gemeenteraad en de vraag of deze motie naar behoren is uitgevoerd, is alleen van betekenis in de verhouding tussen de raad en het College van B&W en leidt niet tot een juridische verplichting die de raad
Bij het niet-ontvankelijk verklaren van een (eerste) aanvraag is een nieuwe (tweede) aanvraag geen herhaalde aanvraag in de zin van artikel 4:6 Awb (Raad van State 14 maart 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV8790)