Voorzieningen voor energieopwekking en -distributie zijn geen nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 2 Bro (Raad van State 28 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1724)

Voorzieningen voor energieopwekking en -distributie zijn geen nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 2 Bro (Raad van State 28 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1724)
Artikel 3.1.6 lid 2 Bro (Ladder voor duurzame verstedelijking) is niet van toepassing op stedelijke ontwikkelingen die geheel conserverend zijn en die enkel bedoeld zijn als borging van een aanvaardbaar woon-, leef- en/of ondernemersklimaat (Raad van State 6 augustus 2014,
Een onbenutte wijzigingsbevoegdheid wordt niet bij de harde plancapaciteit als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 2 Bro (Ladder voor duurzame verstedelijking) meegerekend (Raad van State 14 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:522)
De afwezigheid van verhuisbereidheid van bedrijven en/of ondernemers kan niet worden meegenomen in de vraag of sprake is van een actuele (regionale) behoeftes bedoeld in artikel 3.1.6 lid 2 Bro (Ladder voor duurzame verstedelijking) (Raad van State 14 september 2016,
Een windmolenpark is geen stedelijke ontwikkeling en dus ook geen nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 2 Bro (Raad van State 16 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:709)
Een planologische functiewijziging zonder uitbreiding van de bebouwde oppervlakte is in beginsel geen nieuwe stedelijke ontwikkeling als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 2 Bro, tenzij de functiewijziging van zodanige aard en omvang is dat hier wel sprake van is
Op grond van artikel 3.1.6 lid 2 Bro (Ladder voor duurzame verstedelijking) mag in de plantoelichting uitsluitend de uitkomst van de beoordeling van de (actuele regionale) behoefte worden vermeld, met verwijzing naar een woonvisie voor de onderbouwing van deze uitkomst
De inzichten in de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 1 sub f Bro beoogd de bij het daadwerkelijk realiseren van de bestemming betrokken belangen (o.a. van grondeigenaren en grondgebruikers in de directe omgeving) te beschermen
In het kader van de watertoets als bedoeld in artikel 3.1.6 lid 1 sub b Bro kan het opnemen van (flexibiliteits)bepalingen in een bestemmingsplan inzake het toegelaten gebruik ter hoogte van waterlopen en oppervlaktewaterlichamen noodzakelijk zijn (Raad van State 12
Branchebepalingen in een bestemmingsplan voor detailhandel als bedoeld in artikel 3.1.2 lid 2 onder b Bro zijn toegelaten voor zover deze in het belang zijn van een goede ruimtelijke ordening en voor zover deze bepalingen voldoende duidelijk zijn (Raad van