Tegen de (niet tijdige) afwijzing om een bestemmingsplan op aanvraag vast te stellen ex artikel 3.9 Wro staat beroep open (Raad van State 18 april 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW3054)

Recente rechtspraak
Tegen de (niet tijdige) afwijzing om een bestemmingsplan op aanvraag vast te stellen ex artikel 3.9 Wro staat beroep open (Raad van State 18 april 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW3054)
Aanvullende zienswijze na afloop van de zienswijze-termijn tegen een ontwerpbestemmingsplan is mogelijk voor zover deze ziet op dezelfde plandelen die in de eerste zienswijze zijn ‘aangevallen’ (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 20 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:115)
Een bestemmingsplan kan hangende het beroep op ondergeschikte punten worden gewijzigd (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 20 maart 2019, ECLI:NL:RVS:2019:888)
Toezeggingen door het college van burgemeester en wethouders tot planmedewerking of anterieure overeenkomsten doen niet af aan de bevoegdheid van de gemeenteraad om het bestemmingsplan al dan niet vast te stellen (artikel 3.1 Wro), maar de raad moet
Het toezenden van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan ex artikel 3.8 lid 3 Wro mag achterwege blijven als meer dan 250 personen bij het bestemmingsplan betrokken zijn (Raad van State 3 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1014)
Bij een aanvraag om een bestemmingsplan kan – na het indienen van een ingebrekestelling niet tijdig nemen van een besluit omtrent vaststelling van het plan – beroep worden ingesteld bij de rechter. Deze kan de gemeenteraad bij uitspraak opdragen om
De toepassing van het relativiteitsvereiste moet worden gecorrigeerd bij een succesvol beroep op het vertrouwens- en het gelijkheidsbeginsel (Raad van State 16 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:732)
De normen van de Habitatrichtlijn beschermen niet de belangen van particulieren (Raad van State 18 mei 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1297)
De gemeenteraad kan ervoor kiezen om het bestemmingsplan niet vast te stellen (artikel 3.8 Wro) (Raad van State 15 april 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1176)
Als bepaalde stukken niet bij een ontwerpbestemmingsplan ter inzage zijn gelegd en een belanghebbende beroept zich hier tijdens het beroep tegen het vastgestelde bestemmingsplan op, dan moet aan de hand van het relativiteitsvereiste worden beoordeeld of de belanghebbende hier een