Artikel 8:119 Awb

  • De bestuursrechter kan op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
    • a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak, 
    • b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en 
    • c. waren zij bij de bestuursrechter eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden. 
  • Hoofdstuk 6, titel 8.1, met uitzondering van afdeling 8.1.1 en artikel 8:13titel 8.2, met uitzondering van artikel 8:41, tweede lidtitel 8.3 en titel 8.5, met uitzondering van artikel 8:109, zijn voor zover nodig van overeenkomstige toepassing.
  • Het griffierecht is gelijk aan het griffierecht dat ten tijde van de indiening van het verzoek verschuldigd zou zijn geweest voor het beroep of hoger beroep dat heeft geleid tot de uitspraak waarvan herziening wordt gevraagd.
  • Indien de uitspraak wordt herzien, betaalt de griffier het griffierecht terug.

Rechtspraak artikel 8:119 Awb (herzien uitspraak)

Het bijzondere rechtsmiddel herziening als bedoeld in artikel 8:119 Awb dient er niet toe om het geschil waarover bij uitspraak is beslist opnieuw aan de rechter voor te leggen. Ook is dit rechtsmiddel niet bedoeld om een partij de gelegenheid te bieden om argumenten die in een eerdere procedure naar voren zijn gebracht, of naar voren hadden kunnen worden gebracht, opnieuw of alsnog naar voren te brengen en op die manier het debat te heropenen nadat is gebleken dat de aangevoerde feiten en omstandigheden niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Uitsluitend indien zich feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119, eerste lid, van de Awb voordoen, kan er aanleiding zijn voor herziening van een onherroepelijk geworden uitspraak.Raad van State 7 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4004
Belanghebbenden die geen partij bij de uitspraak zijn geweest kunnen geen verzoek om herziening als bedoeld in artikel 8:119 Awb indienenRaad van State 5 november 2013, 201302547/2/A1
Een verzoek om herziening als bedoeld in artikel 8:119 Awb moet in beginsel binnen 1 jaar na de uitspraak worden ingediendRaad van State 28 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:310
Er kan om herziening ex artikel 8:119 Awb worden verzocht van een tussenuitspraak ex artikel 8:80a AwbRaad van State 27 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2197
Het verzoek om herziening van een uitspraak als bedoeld in artikel 8:119 Awb in een voorlopige voorzieningprocedure is niet mogelijk Rechtbank ‘s-Gravenhage 26 maart 2003, ECLI:NL:RBSGR:2003:AF7687
Een tweede verzoek om herziening op een eerder (afgewezen) verzoek om herziening als bedoeld in artikel 8:119 Awb is niet passen binnen het systeem van de AwbRaad van State 11 januari 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV0599
Latere uitspraken die in een andere richting wijzen zijn geen reden om tot herziening van een uitspraak als bedoeld in artikel 8:119 Awb over te gaanRaad van State 4 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:622
Het argument dat een uitspraak is gebaseerd op een onjuiste rechtsopvatting is geen reden om tot herziening van een uitspraak als bedoeld in artikel 8:119 Awb over te gaanCentrale Raad van Beroep 16 augustus 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1430
Misslagen en procedurele fouten leveren geen nieuwe feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119 Awb opRaad van State 13 november 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AF0316
Hoger beroep tegen een uitspraak van de rechter in eerste aanleg inzake een herzieningsverzoek als bedoeld in artikel 8:119 Awb is mogelijkRaad van State 27 juli 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BX4821
Alleen uitspraken als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Awb (‘reguliere’ uitspraken) en in artikel 8:86 van de Awb (kortsluiting bij voorlopige voorziening) zijn uitspraken die voor herziening ex artikel 8:119 Awb in aanmerking komen (dus niet een uitspraak waarin bij wijze van ordemaatregel een voorlopige voorziening is getroffen)Raad van State 23 januari 2023, ELI:NL:RVS:2023:239
Een arrest van het Hof van Justitie is geen novum, dat wil zeggen geen nieuw feit of een nieuwe omstandigheid op grond waarvan een uitspraak ex artikel 8:119 Awb kan worden herzienRaad van State 12 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1484
Artikel 8:119 Awb (herzien uitspraak) brengt niet mee dat een verzoek om herziening van een uitspraak nooit kan worden behandeld door de rechter die de uitspraak heeft gewezen waarvan herziening wordt verzochtHoge Raad 23 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1281
Een gedeeltelijke vernietiging van een besluit heeft weliswaar terugwerkende kracht, maar dit uitgangspunt gaat niet zo ver dat voor de toepassing van artikel 8:119 Awb (herzien uitspraak) de fictie moet worden aangehouden dat de (gedeeltelijke) vernietiging al heeft plaatsgevonden voordat de bestuursrechter de tot (gedeeltelijke) vernietiging van het besluit strekkende uitspraak heeft gedaanRaad van State 5 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2870

Artikel 8:119 Awb herzien uitspraak
error: Het kopiëren van deze pagina is helaas niet toegestaan.