Een mer-beoordelingsbesluit is niet zelfstandig vatbaar voor beroep en kan dus niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 6:19 Awb (Raad van State 9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2159)

Een mer-beoordelingsbesluit is niet zelfstandig vatbaar voor beroep en kan dus niet worden aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 6:19 Awb (Raad van State 9 september 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2159)
De ontwerp verklaring van geen bedenkingen mag worden voorbereid door het College van B&W, als de gemeenteraad maar zelfstandig een besluit neemt over de (ontwerp) verklaring van geen bedenkingen (artikel 2.27 Wabo) (Raad van State 9 september 2020,
Het weigeren van het nemen van een besluit kan niet worden gelijkgesteld met de schriftelijke weigering een besluit te nemen als bedoeld in artikel 6:2 onder a Awb (Raad van State 8 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1590)
Artikel 2.7 Wabo (onlosmakelijke activiteiten aanvraag) is een procedurele norm, zodat het relativiteitsvereiste (artikel 8:69a Awb) in de weg kan staan aan vernietiging van het besluit wegens strijd met artikel 2.7 Wabo (Raad van State 29 juli 2020,
Artikel 4:15 lid 1 onder a Awb is naar analogie van toepassing op een beslissing op een aanvraag om de vaststelling van een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro (Raad van State 30 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3189)
Voldoende bouwinspanningen (o.a. onderhandelingen met nieuwe aannemer, op de hoogte houden van bevoegd gezag van ontwikkelingen, bij bevoegd gezag aan blijven geven dat hij/zij de vergunning wil blijven gebruiken) zijn relevante omstandigheden om een intrekking van een omgevingsvergunning voor bouwen
De vraag of iemand belanghebbende is bij een omgevingsvergunning ex artikel 2.1 Wabo moet worden beantwoord aan de hand van de feiten zoals die zich voordeden ten tijde van het nemen van het primaire besluit (peilmoment belanghebbendheid) (Raad van State
Beslissing inzake de voorbereiding van een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro is doorgaans geen besluit in de zin van artikel 1:3 Awb (Raad van State 8 juli 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1604)
Wanneer een belanghebbende om handhaving verzoekt, kan niet uitsluitend onder verwijzing naar de prioriteitstelling van handhaving worden afgezien. Alleen onder bijzondere omstandigheden mag van handhaving worden afgezien. De keuze van een bestuursorgaan om in verband met een beperkte handhavingscapaciteit een
In een planregel van een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro kan niet naar een specifieke gemeentelijke beleidsregel voor parkeren worden verwezen voor zover deze specifieke beleidsregel betrekking heeft op een vergunningvrije gebruikswijziging (ex artikel 2 of 3 Bijlage II Bor)