De coördinatieprocedure van artikel 3.30 Wro kan ook van toepassing zijn als besluiten niet gelijktijdig zijn voorbereid (Raad van State 21 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:857)

De coördinatieprocedure van artikel 3.30 Wro kan ook van toepassing zijn als besluiten niet gelijktijdig zijn voorbereid (Raad van State 21 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:857)
Een verbod op het gebruik van woningen door personen buiten de beoogde doelgroep senioren in een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro is niet mogelijk, dit is een niet ruimtelijk relevant onderscheid naar leeftijd (Raad van State 28 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:920
Het alsnog verlenen van een omgevingsvergunning kan – in het kader van een effectieve rechtsbescherming en onder bijzondere omstandigheden – worden aangemerkt als een besluit op bezwaar (artikel 7:11 Awb) (Raad van State 19 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1069)
Een belanghebbende bij een bestemmingsplan, omgevingsvergunning of natuurvergunning die met de uitgebreide procedure is voorbereid hoeft voorlopig niet meer eerst een zienswijze in te dienen tegen het ontwerpbesluit om het recht op beroep bij de bestuursrechter ‘veilig te stellen’ (
Een verleende vrijstelling ex artikel 19 lid 2 WRO (oud) wordt gelijkgesteld met een beschikking eerste fase en met deze vrijstelling is op zichzelf nog geen omgevingsvergunning in de zin van artikel 6.1 lid 2 onder c Wro gegeven, daarvoor
Een verlenging van een verstreken begunstigingstermijn ex artikel 5:32a Awb kan worden verlengd als (i) het verzoek voorafgaand aan het verstrijken van de termijn is ingediend en (ii) het de verzoeker niet kan worden aangerekend dat het bevoegd gezag niet
De zinsnede “eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten” in artikel 4 lid 9 Bijlage II Bor heeft alleen betrekking op bouwactiviteiten die in strijd zijn met het bestemmingsplan (Raad van State 13
Er is geen sprake van een aanvraag om een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb (belanghebbende) als het aangevraagde bouwplan niet kan worden verwezenlijkt (Raad van State 3 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:208)
De betaling van een dwangsom na verjaring van de invorderingsbevoegdheid is onverschuldigd betaald (artikel 5:35 Awb) (Raad van State 10 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:273)
Als het bijbehorende bouwwerk een eenheid vormt met het hoofdgebouw, dan is sprake van een ‘uitbreiding van het hoofdgebouw’ in de zin van artikel 1 Bijlage II Bor (Raad van State 7 augustus 2019, ECLI:NL:RVS:2019:2715)