Artikel 4 lid 1 Bijlage II Bor
Voor verlening van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, komen in aanmerking:
- 1. een bijbehorend bouwwerk of uitbreiding daarvan, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, wordt voldaan aan de volgende eisen:
- a. niet hoger dan 5 m, tenzij sprake is van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie ten dienste van een agrarisch bedrijf,
- b. de oppervlakte niet meer dan 150 m2;
Rechtspraak artikel 4 lid 1 Bijlage II Bor (bijbehorend bouwwerk)
De begrenzing van de bebouwde kom als bedoeld in artikel 4 lid 1 Bijlage II Bor wordt bepaald aan de hand van de feitelijke situatie en de aard van de omgeving | Raad van State 25 mei 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BQ5896 |
Artikel 4 lid 1 Bijlage II Bor kan worden toegepast als in ieder geval een deel van het uit te breiden gebouw in de nieuwe situatie als hoofdgebouw in de zin van artikel 1 lid 1 Bijlage II van het Bor kan worden aangemerkt. Dit ondanks het feit dat het beoogde gebruik in het bijbehorende bouwwerk in strijd is met de bestemming van het hoofdgebouw, zoals opgenomen in de planregels van het bestemmingsplan | Raad van State 3 november 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2421 |
Een kruimelvergunning ex artikel 4 lid 1 Bijlage II Bor kan (ook) worden verleend voor een bijbehorend bouwwerk binnen een zogenaamd beschermd stads- of dorpsgezicht. Het College van B&W (vergunningverlener) hoeft in dat kader (i) geen goedkeuring van een hoger bestuursorgaan te verkrijgen en ook (ii) geen advies in te winnen bij de gemeenteraad, een hoger bestuursorgaan of landelijke deskundige organisatie | Raad van State 14 september 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2688 |