De planschade-oorzaken van artikel 6.1 lid 2 Wro zijn limitatief, schade die hier niet onder valt komt niet voor planschade ex artikel 6.1 Wro in aanmerking (Raad van State 2 november 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BU3111)

De planschade-oorzaken van artikel 6.1 lid 2 Wro zijn limitatief, schade die hier niet onder valt komt niet voor planschade ex artikel 6.1 Wro in aanmerking (Raad van State 2 november 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BU3111)
Bij het vergelijken van planologische regimes voor (eventuele) planschade ex artikel 6.1 Wro moet een onbenutte wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 lid 1 onder a Wro niet worden meegerekend (Raad van State 17 september 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3441)
Planschade kan meerdere schadeveroorzakende redenen ex artikel 6.1 lid 2 Wro hebben (Raad van State 16 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3047)
Bij het vergelijken van planologische regimes voor (eventuele) planschade ex artikel 6.1 Wro moet worden uitgegaan van een maximale planologische invulling, tenzij dit wordt uitgesloten door een privaatrechtelijke afspraak of eis (erfpacht, burenrecht) (Raad van State 14 januari 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BG9782
Bij het vergelijken van planologische regimes voor (eventuele) planschade ex artikel 6.1 Wro moet worden uitgegaan van de voor de aanvrager meest ongunstige invulling van de planologische mogelijkheden (Raad van State 3 juli 2013, ECLI:NL:RVS:2013:112)
Bij het vergelijken van planologische regimes voor (eventuele) planschade ex artikel 6.1 Wro is niet de feitelijke situatie, maar hetgeen op grond van het oude planologische regime maximaal kon worden gerealiseerd relevant, ongeacht of de verwezenlijking van de planologische mogelijkheden
Bij het vergelijken van planologische regimes voor (eventuele) planschade ex artikel 6.1 Wro is niet de feitelijke situatie, maar hetgeen op grond van het oude planologische regime maximaal kon worden gerealiseerd relevant, ongeacht of de verwezenlijking van de planologische mogelijkheden
Bij het vergelijken van planologische regimes voor (eventuele) planschade ex artikel 6.1 Wro moet worden uitgegaan van een maximale planologische invulling, tenzij met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid valt uit te sluiten dat deze maximale invulling gerealiseerd kon of kan
Een proactieve aanwijzing ex artikel 4.2 Wro kan niet worden gegeven om de vaststelling van een bestemmingsplan af te dwingen die in strijd is met de bepalingen van de provinciale verordening ex artikel 4.1 Wro (Raad van State 16 september
Een proactieve aanwijzing ex artikel 4.2 Wro kan ook worden gegeven als het college van Gedeputeerde Staten geen reactieve aanwijzing ex artikel 3.8 Wro heeft genomen of geen beroep tegen het desbetreffende bestemmingsplan heeft ingesteld (Raad van State 27 mei