Artikel 3.1 Wro
Een verleende, maar nog niet onherroepelijke vergunning vormt weliswaar een zwaarwegend belang bij het vaststellen van een bestemmingsplan ex artikel 3.1 Wro, maar de raad kan zich bij het vaststellen van dit plan niet louter baseren op de verwachting dat een verleende vergunning onherroepelijk zal worden en dat het vergunde daarom uit een oogpunt van rechtszekerheid als zodanig bestemd moet worden. De raad moet immers nog de afweging maken of er uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening redenen zijn om de vergunning al dan niet in te passen (Raad van State 14 augustus 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3290)