Artikel 11.41 Bal
1. Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een flora- en fauna-activiteit te verrichten, geldt niet voor een flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 11.37 of 11.39 in gevallen aangewezen in een programma. 2. Het programma:
a. heeft geheel of ook betrekking op de inrichting, het beheer of het gebruik van een Natura 2000- gebied en bevat maatregelen om de instandhoudingsdoelstellingen voor dat gebied te bereiken; of b. heeft tot doel, ook met het oog op een evenwichtige en duurzame economische ontwikkeling:
1°. de belasting van natuurwaarden van Natura 2000-gebieden door bepaalde schadelijke factoren te verminderen en de instandhoudingsdoelstellingen te bereiken; of
2°. het beheer, de bescherming, het behoud of het herstel van de van nature in Nederland in het wild voorkomende soorten dieren of planten of de in Nederland voorkomende natuurlijke habitats of habitats van soorten of het verbeteren van de staat van instandhouding van die soorten; en
c. wordt vastgesteld door of gezamenlijk met het bestuursorgaan dat, als geen toepassing wordt gegeven aan het eerste lid, bevoegd is te beslissen op aanvragen om omgevingsvergunningen voor de betrokken flora- en fauna-activiteiten.