Artikel 11.51 Bal
1. Vergunningvrije gevallen als bedoeld in artikel 11.50 worden aangewezen in een ministeriële regeling als Onze Minister voor Natuur en Stikstof bevoegd gezag is als bedoeld in artikel 11.25, eerste lid.
2. Het verbod, bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder g, van de wet, om zonder omgevingsvergunning een flora- en fauna-activiteit te verrichten, geldt niet voor een in een ministeriële regeling aangewezen flora- en fauna-activiteit als bedoeld in artikel 11.47, eerste lid, aanhef en onder a, met betrekking tot dieren of planten van bij de ministeriële regeling aangewezen soorten, of met betrekking tot voortplantingsplaatsen, rustplaatsen of eieren van dieren van bij de ministeriële regeling aangewezen soorten.