Artikel 7.9 Bbl
1. De normadressaat beschikt over een asbestinventarisatierapport voor het gedeelte van het bouwwerk waar wordt gesloopt, als hij weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zich in het bouwwerk asbest of een asbesthoudend product bevindt.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op:
a. werkzaamheden die worden verricht in of aan een bouwwerk of gedeelte daarvan dat na 1 januari 1994 is gebouwd;
b. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van rem- en frictiematerialen;
c. het in de uitoefening van een beroep of bedrijf, geheel of gedeeltelijk:
1°. verwijderen van waterleidingbuizen, gasleidingbuizen, rioolleidingbuizen en mantelbuizen, voor zover deze deel uitmaken van een ondergronds openbaar gas-, water- en rioolleidingnet;
2°. verwijderen van geklemde vloerplaten onder een verwarmingstoestel;
3°. verwijderen van beglazingskit dat is verwerkt in de constructie van een kas; of
4°. verwijderen van pakkingen uit:
i. een verbrandingsmotor;
ii. een verwarmingstoestel met een nominaal vermogen van ten hoogste 2.250 kW; of
iii. een procesinstallatie; en
d. het anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf in zijn geheel verwijderen van geschroefde, asbesthoudende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn, anders dan dakleien, of van asbesthoudende vloertegels of niet-gelijmde, asbesthoudende vloerbedekking, uit een woonfunctie of nevengebruiksfunctie daarvan, voor zover die woonfunctie of die nevengebruiksfunctie niet in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt of bedoeld is voor gebruik in dat kader en de oppervlakte van de te verwijderen asbesthoudende platen, vloertegels of vloerbedekking in totaal ten hoogste 35 m2 bedraagt.
3. Degene die een handeling laat verrichten waarop het eerste lid van toepassing is, verstrekt, voordat de handeling wordt verricht, een afschrift van het asbestinventarisatierapport aan degene die de handeling verricht.