Artikel 2.6 Wabo
- 1 Voor zover de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het veranderen van een inrichting of mijnbouwwerk of van de werking daarvan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, onder 2° of 3°, en met betrekking tot die inrichting of dat mijnbouwwerk al een of meer omgevingsvergunningen zijn verleend, kan het bevoegd gezag bepalen dat een omgevingsvergunning wordt aangevraagd met betrekking tot die verandering en het in werking hebben van de betrokken inrichting of het betrokken mijnbouwwerk na die verandering.
- 2 Indien het bevoegd gezag heeft bepaald dat een zodanige omgevingsvergunning moet worden aangevraagd, besluit het aanvragen met betrekking tot de betrokken activiteit die daarop geen betrekking hebben, niet te behandelen.
- 3 Het bevoegd gezag kan de rechten die de vergunninghouder aan de al eerder verleende omgevingsvergunningen ontleende, niet wijzigen anders dan mogelijk zou zijn met toepassing van artikel 2.31 of 2.33.
- 4 Een met toepassing van dit artikel verleende omgevingsvergunning vervangt met ingang van het tijdstip waarop zij in werking treedt, de eerder met betrekking tot het betrokken project verleende omgevingsvergunningen, voor zover het de inrichting of het mijnbouwwerk betreft. Deze omgevingsvergunningen vervallen op het tijdstip waarop de met toepassing van dit artikel verleende omgevingsvergunning, onherroepelijk wordt.
Rechtspraak artikel 2.6 Wabo (revisievergunning)
Bij het bepalen of een revisievergunning als bedoeld in artikel 2.6 lid 1 Wabo al of niet benodigd is, beschikt het bevoegd gezag over beleidsvrijheid | Raad van State 14 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:63 |
Een revisievergunning als bedoeld in artikel 2.6 lid 1 Wabo kan worden voor verleend voor een geheel andere inrichting als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo (qua aard van de inrichting zelf of de aard en intensiteit van de milieugevolgen van de inrichting) dan die waarvoor de eerder vergunning is of vergunningen zijn afgegeven | Raad van state 24 december 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AO0854 |
In een revisievergunning als bedoeld in artikel 2.6 Wabo kunnen verscherpingen van de normeringen in de bestaande vergunning(en) worden aangebracht, voor zover anders sprake zou zijn van ontoelaatbare gevolgen voor het milieu | Raad van State 15 januari 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AF2917 |
Onder de bestaande rechten als bedoeld in artikel 2.6 lid 3 Wabo worden uitsluitend de eerder vergunde activiteiten verstaan, niet de activiteiten die feitelijk plaatsvinden of de milieueffecten daarvan | Raad van State 9 april 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BC9026 |
Een revisievergunning als bedoeld in artikel 2.6 Wabo kan worden geweigerd indien deze ook ziet op een activiteit die niet eerder is vergund | Raad van State 16 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1377 |