Artikel 3.9 Wabo
- 1 Het bevoegd gezag beslist op de aanvraag om een omgevingsvergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. Tegelijkertijd met of zo spoedig mogelijk na de bekendmaking:
- a. doet het mededeling van die beschikking op de wijze waarop het overeenkomstig artikel 3.8 kennis heeft gegeven van de aanvraag, en
- b. zendt het in bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën gevallen de daarbij aangewezen bestuursorganen een afschrift van die beschikking.
- 2 Het bevoegd gezag kan de in het eerste lid bedoelde termijn eenmaal met ten hoogste zes weken verlengen. Het maakt zijn besluit daartoe bekend binnen de eerstbedoelde termijn. Het doet daarvan tevens zo spoedig mogelijk mededeling op de wijze waarop het overeenkomstig artikel 3.8 kennis heeft gegeven van de aanvraag.
- 3 Paragraaf. 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is, met uitzondering van de artikelen 4:20b, derde lid, en 4:20f, van toepassing op de voorbereiding van de beslissing op de aanvraag. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën gevallen worden aangewezen waarin de voorbereiding van de beslissing op een aanvraag wegens strijd met een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie is uitgezonderd van de toepassing van de eerste volzin.
- 4 Het bevoegd gezag doet zo spoedig mogelijk mededeling van de bekendmaking, bedoeld in artikel 4:20c van de Algemene wet bestuursrecht, op de wijze waarop het overeenkomstig artikel 3.8 kennis heeft gegeven van de aanvraag.
Rechtspraak artikel 3.9 Wabo (beslistermijn aanvraag omgevingsvergunning reguliere procedure)
De mededelingsplicht van artikel 3.9 lid 1 Wabo (beslistermijn aanvraag reguliere procedure) maakt geen deel uit van de voorgeschreven wijze van bekendmaking ex artikel 6.1 Wabo jo. artikel 3:41 Awb (geen verplichting voor inwerkingtreding van de vergunning) | Raad van State 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:476 |
Als niet wordt voldaan aan de mededelingsplicht van artikel 3.9 lid 1 Wabo dan kan sprake zijn van een verschoonbare termijnoverschrijding, als de belanghebbende binnen twee weken nadat hij van het besluit op de hoogte is geraakt alsnog zijn bezwaar naar voren heeft gebracht | Raad van State 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:476 |
Het besluit tot verlenging van de beslistermijn als bedoeld in artikel 3.9 lid 2 Wabo moet binnen de in het eerste lid opgenomen termijn (8 wk) zijn genomen en zijn bekendgemaakt | Rechtbank Noord-Holland 4 september 2017, HAA 17/3490 en HAA 17/2491 |
Zolang er een aanhoudingsplicht als bedoeld in artikel 3.3 Wabo geldt kan er geen vergunning van rechtswege als bedoeld in artikel 3.9 lid 3 Wabo ontstaan | Rechtbank Almelo 6 april 2005, ECLI:NL:RBALM:2005:AT3903 |