Artikel 11.18 Ob
1. De beschrijving van de mogelijk aanzienlijke milieueffecten van het project, bedoeld in artikel 11.16, eerste lid, onder e, op de in artikel 11.16, eerste lid, onder d, bedoelde factoren, bevat in ieder geval een beschrijving van:
a. de realisatie en het bestaan van het project, en, als dat van toepassing is, van de sloopactiviteiten;
b. het gebruik van natuurlijke bronnen, met name land, bodem, water en biodiversiteit, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de duurzame beschikbaarheid van deze bronnen;
c. de uitstoot van verontreinigende stoffen, geluidhinder, trillingen, licht, warmte, straling, het ontstaan van milieuhinder en het verwijderen en terugwinnen van afvalstoffen;
d. de risico’s voor de gezondheid, het cultureel erfgoed of het milieu;
e. de cumulatie van effecten met andere bestaande of goedgekeurde projecten, waarbij rekening wordt gehouden met alle bestaande milieuproblemen van gebieden die vanuit milieuoogpunt van bijzonder belang zijn en waarop het project van invloed kan zijn, of met het gebruik van natuurlijke bronnen;
f. het effect van het project op het klimaat en de kwetsbaarheid van het project voor klimaatverandering; en
g. de gebruikte technologieën en stoffen.
2. De beschrijving van de mogelijk aanzienlijke milieueffecten van het project heeft betrekking op de directe en, voor zover van toepassing, de indirecte, secundaire, cumulatieve en grensoverschrijdende effecten op korte, middellange en lange termijn, permanente en tijdelijke en positieve en negatieve effecten van het project.
3. De beschrijving van de mogelijk aanzienlijke milieueffecten van het project houdt rekening met de Europese of nationale doelstellingen over milieubescherming, die relevant zijn voor het project.