Artikel 1.3 Ob

1. Het verbod, bedoeld in artikel 1.7a, eerste lid, van de wet, om een activiteit te verrichten of na te laten als door het verrichten of nalaten daarvan aanzienlijke nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving ontstaan of dreigen te ontstaan, geldt voor de volgende activiteiten en nadelige ge- volgen:
a. direct of indirect stoffen, trillingen, warmte of geluid in water, bodem of lucht brengen, waardoor aanzienlijke schade aan de kwaliteit van water, bodem of lucht of aan landschappen, natuur of cul- tureel erfgoed ontstaat of dreigt te ontstaan;
b. het met het oog op het gebruik van de bodem in of op de bodem brengen van stoffen of activi- teiten die erosie, verdichting of verzilting tot gevolg hebben, als dat leidt tot aantasting of drei- gende aantasting van de bodem; en
c. het verwaarlozen van een beschermd landschap, beschermde natuur of beschermd cultureel erf- goed, als dat aanzienlijke nadelige gevolgen heeft of dreigt te hebben voor de beschermde waar- den.
2. Voor de toepassing van het eerste lid, aanhef en onder c, wordt onder beschermd verstaan: be- schermd bij wettelijk voorschrift of besluit op grond van de wet of een andere wet.

Rechtspraak artikel 1.3 Ob (aanwijzing verboden activiteiten met aanzienlijke nadelige gevolgen)

Artikel 1.3 Ob aanwijzing verboden activiteiten met aanzienlijke nadelige gevolgen
error: Het kopiƫren van deze pagina is helaas niet toegestaan.