Artikel 4.24 Ob
1. Het dagelijks bestuur van het waterschap is adviseur voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor zover de aanvraag betrekking heeft op:
a. een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam dat onderdeel is van een watersysteem als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid, onder a, onder 1°, van de wet;
b. een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk;
c. een activiteit waarvoor in de waterschapsverordening is bepaald dat het verrichten daarvan zonder omgevingsvergunning is verboden;
d. een wateronttrekkingsactiviteit als bedoeld in artikel 16.4 van het Besluit activiteiten leefomgeving; of
e. een milieubelastende activiteit als bedoeld in artikel 3.19, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving.
2. De voorgenomen beslissing op de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, b of c, behoeft ook instemming van het dagelijks bestuur van het waterschap.