Artikel 3.24 Bkl
1. Bij het bepalen van het geluid door een weg of spoorweg wordt voor de geluideigenschappen van een wegdek of een spoorconstructie uitgegaan van de geluideigenschappen zoals die gemiddeld zijn gedurende de technische levensduur van dat wegdek of die spoorconstructie.
2. Bij het bepalen van het geluid door een spoorweg wordt het geluid door spoorvoertuigen op spoorwegemplacementen:
a. betrokken bij een hoofdspoorweg of een bij omgevingsverordening aangewezen lokale spoorweg; en
b. niet betrokken bij een lokale spoorweg, tenzij die bij omgevingsverordening is aangewezen.
3. Bij het bepalen van het geluid door een weg of spoorweg wordt het geluid door alle tot die geluidbronsoort behorende wegen of spoorwegen betrokken.
4. Bij het bepalen van het geluid op een geluidreferentiepunt van een weg of spoorweg wordt een werk of bouwwerk betrokken als dit onderdeel is van de geluidbrongegevens behorende bij het geluidproductieplafond.
5. Op het bepalen van het geluid zijn de bij ministeriële regeling gestelde regels van toepassing.