Artikel 8.97a Bkl
1. Dit artikel is van toepassing als een omgevingsvergunning voor een voortdurende buitenplanse omgevingsplanactiviteit als bedoeld in artikel 4.17 van de wet, anders dan een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit van provinciaal of nationaal belang, vijf jaar onherroepelijk is en een omgevingsplan met die omgevingsvergunning niet in overeenstemming kan worden gebracht op grond van:
a. een regel in hoofdstuk 5;
b. een regel op grond van artikel 2.22 van de wet over het omgevingsplan; of
c. een instructie als bedoeld in artikel 2.33 of 2.34 van de wet.
2. Het bevoegd gezag trekt de omgevingsvergunning in als:
a. de regel of instructie, bedoeld in het eerste lid, van toepassing is op activiteiten die op grond van die omgevingsvergunning rechtmatig worden verricht of zijn toegestaan op het tijdstip waarop de regel of instructie van kracht wordt; en
b. de activiteit redelijkerwijs niet kan worden toegelaten door:
1°. een wijziging van de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften;
2°. een wijziging van het omgevingsplan; of
3°. een ontheffing als bedoeld in artikel 2.32 van de wet.
3. Als in de regel of de instructie, bedoeld in het eerste lid, een termijn is gesteld waarbinnen een omgevingsplan moet worden gewijzigd die eerder verstrijkt dan de termijn van vijf jaar, bedoeld in dat lid, wordt binnen de in die regel of instructie gestelde termijn toepassing gegeven aan het tweede lid.