Artikel 3.34 Bkl
1. Bij de vaststelling van een geluidproductieplafond als omgevingswaarde is het geluid op een geluidgevoelig gebouw niet hoger dan de hoogste van de volgende twee waarden:
a. de standaardwaarde, bedoeld in tabel 3.34; of
b. het geluid bij volledige benutting van het geluidproductieplafond dat gold op het tijdstip van de vaststelling van het in de aanhef bedoelde geluidproductieplafond.
Tabel 3.34: Standaardwaarde geluid op een geluidgevoelig gebouw per geluidbronsoort
Geluidbronsoort | Standaardwaarde |
---|---|
Provinciale wegenRijkswegen | 50 Lden |
GemeentewegenWaterschapswegen | 53 Lden |
Lokale spoorwegenHoofdspoorwegen | 55 Lden |
Industrieterreinen | 50 Lden |
40 Lnight |
2. Voor een onderwijsfunctie en een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied en nevengebruiksfuncties van beide, waarvan het gebruik in de nachtperiode in het omgevingsplan is uitgesloten:
a. gelden de waarden in Lnight niet; en
b. wordt in tabel 3.34 gelezen voor «Lden»: »Lde».
3. Voor een geluidgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid, onder b of d, waarvan het gebruik in de avondperiode en de nachtperiode in het omgevingsplan is uitgesloten:
a. gelden de waarden in Lnight niet; en
b. wordt in tabel 3.34 gelezen voor «Lden»: «Lday».