Artikel 3.45 Bkl
1. In plaats van te voldoen aan de plicht tot vaststelling van een programma, bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, van de wet, treffen de volgende bestuursorganen of instanties maatregelen, gericht op het voldoen aan een geluidproductieplafond als omgevingswaarde:
a. voor bij omgevingsverordening aangewezen wegen: gedeputeerde staten;
b. voor bij omgevingsverordening aangewezen lokale spoorwegen: de op grond van artikel 18, eerste lid, van de Wet lokaal spoor aangewezen beheerder;
c. voor bij ministeriële regeling aangewezen wegen: Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat; en
d. voor bij ministeriële regeling aangewezen hoofdspoorwegen: de beheerder, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Spoorwegwet.
2. Voor een industrieterrein geeft het college van burgemeester en wethouders, of, als toepassing is gegeven aan artikel 2.12a van de wet, geven gedeputeerde staten uitvoering aan artikel 3.10 van de wet door:
a. maatregelen te treffen, gericht op het voldoen aan een geluidproductieplafond als omgevingswaarde; of
b. te voldoen aan de plicht, bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, van de wet.