Artikel 8.18 Bkl
1. Dit artikel is van toepassing voor zover een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, anders dan een activiteit als bedoeld in artikel 5.74 of 5.76, die meer geluid kan veroorzaken op geluidgevoelige gebouwen dan de standaardwaarden, bedoeld in artikel 5.65, eerste lid, aanhef en onder a, tweede, derde of vierde lid.
2. De omgevingsvergunning wordt alleen verleend als het geluid door die activiteit binnen geluidgevoelige ruimten van geluidgevoelige gebouwen de grenswaarden, bedoeld in artikel 5.66, tweede lid, niet overschrijdt.
3. Het tweede lid is niet van toepassing als:
a. de activiteit plaatsvindt, of het geluidgevoelige gebouw is gelegen, op een industrieterrein waarvoor geluidproductieplafonds als omgevingswaarden zijn vastgesteld; of
b. het geluidgevoelige gebouw op grond van een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit is toegelaten voor een duur van niet meer dan tien jaar.
4. Het tweede lid is ook niet van toepassing als op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit op grond van het omgevingsplan, een omgevingsvergunning of een maatwerkvoorschrift voor een activiteit een hogere waarde gold dan de grenswaarden, bedoeld in artikel 5.66, tweede lid. De omgevingsvergunning wordt in dat geval alleen verleend als het geluid door de activiteit die hogere waarde niet overschrijdt.
5. Het tweede lid is ook niet van toepassing als:
a. zwaarwegende bezwaren van bouwkundige aard bestaan tegen het treffen van maatregelen aan de gevel die nodig zijn om voor dat gebouw te voldoen aan de grenswaarden, mits, als andere maatregelen mogelijk zijn om de geluidwering zoveel mogelijk te verbeteren, die andere maatregelen wel worden getroffen;
b. de eigenaar geen medewerking verleent aan het onderzoek naar het geluid in geluidgevoelige ruimten binnen zijn gebouw en naar de noodzakelijke geluidwerende maatregelen; of
c. de eigenaar geen medewerking verleent aan het treffen van geluidwerende maatregelen.