Artikel 3.33 Bkl
1. Voor een industrieterrein liggen de geluidreferentiepunten op:
a. een afstand van 0,5 x √ S vanaf de in het omgevingsplan vastgelegde begrenzing van het industrieterrein, waarbij S de oppervlakte van het industrieterrein is, en waarbij de afstand ten minste 50 m en ten hoogste 500 m is;
b. een onderlinge afstand van ten hoogste de met toepassing van onderdeel a bepaalde afstand; en
c. een afstand van 4 m boven het maaiveld.
2. Als dat noodzakelijk is voor het beperken van het geluid op geluidgevoelige gebouwen, kunnen geluidreferentiepunten worden toegevoegd op een afstand vanaf de begrenzing van het industrieterrein die niet groter is dan de met toepassing van het eerste lid, onder a, bepaalde afstand. Het eerste lid, onder b en c, is niet van toepassing.