Artikel 8.103 Bkl
1. Het bevoegd gezag trekt een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit in ieder geval in of wijzigt een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit in ieder geval, als dat nodig is ter uitvoering van artikel 6, tweede lid, van de habitatrichtlijn.
2. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit, een jachtgeweeractiviteit of een valkeniersactiviteit intrekken, als de houder van de omgevingsvergunning, nadat die is verleend, onherroepelijk is veroordeeld:
a. voor een overtreding van een in de paragrafen 11.2.2 tot en met 11.2.10 van het Besluit activiteiten leefomgeving gestelde regel of een daarover gesteld maatwerkvoorschrift of een daarover gestelde maatwerkregel, of als daarvoor tegen hem daarvoor een strafbeschikking is uitgevaardigd;
b. wegens handelen in strijd met een andere omgevingsvergunning voor een flora- en fauna- activiteit, een jachtgeweeractiviteit of een valkeniersactiviteit; of
c. wegens gedragingen als bedoeld in artikel 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 2.9, 2.10, 2.13, 2.14 of 2.15 van de Wet dieren, als daarvoor tegen hem een strafbeschikking is uitgevaardigd of als hem wegens overtreding van het bepaalde bij of krachtens die artikelen van de Wet dieren een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 8.7 van die wet is opgelegd.