Artikel 3:4 Awb
- 1 Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.
- 2 De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Rechtspraak artikel 3:4 Awb (evenredigheidsbeginsel)
lid 1 (Af te wegen belangen) | |
Alle rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen als bedoeld in artikel 3:4 Awb moeten in de afweging van het besluit worden betrokken | Raad van State 24 januari 2000, ECLI:NL:RVS:2000:AN6309 |
Belangen van derden moeten onder omstandigheden worden betrokken bij de belangenafweging als bedoeld in artikel 3:4 Awb | Raad van State 21 augustus 1984, ECLI:NL:RVS:1984:AM7746 |
Het specialiteitsbeginsel brengt mee dat een bestuursorgaan slechts de belangen waarvoor de desbetreffende regeling in het leven is geroepen bij zijn afweging mag betrekken (artikel 3:4 lid 1 Awb) | Raad van State 12 november 2014, ECLI:NL:RVS:2014:4117 |
lid 2 (Evenredigheid tussen doel en middel) | |
Beleidsregels kunnen aan artikel 3:4 lid 2 Awb (evenredigheidsbeginsel) worden getoetst | Raad van State 11 juli 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA9310 |
De rechter toetst de evenredigheid tussen doel en middel als bedoeld in artikel 3:4 lid 2 Awb terughoudend | Raad van State 17 november 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO4217 |
Toetsing van de evenredigheid als bedoeld in artikel 3:4 lid 2 Awb geschiedt in geval van oplegging van een punitieve sanctie (zoals een boete) niet met terughoudendheid | Raad van State 6 mei 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1421 |
Algemeen verbindende voorschriften kunnen aan artikel 3:4 lid 2 Awb (evenredigheidsbeginsel) worden getoetst | Raad van State 4 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:622 |
Ook een gebonden besluit dat berust op een algemeen verbindend voorschrift kan (rechtstreeks) aan het evenredigheidsbeginsel (artikel 3:4 Awb) worden getoetst. Anders dan bij een gebonden besluit dat berust op een wet in formele zin, geldt daarbij niet de “verdisconteringsbeperking”. Bij de toetsing van een gebonden besluit aan het evenredigheidsbeginsel gaat het alleen (nog) over de evenwichtigheid “onder de streep” van het besluit. Een besluit is onevenwichtig als het in de gegeven omstandigheden voor een of meer belanghebbenden onredelijk bezwarend is. Dit beoordelingskader is van toepassing bij elk gebonden besluit, ongeacht de grondslag | College van Beroep voor het bedrijfsleven 26 maart 2024, ECLI:NL:RVS:2024:190 |