Buiten behandeling stellen aanvraag in andere dan in de in artikel 4:5 Awb genoemde gevallen is niet mogelijk | Raad van State 7 juni 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BM7436 |
Al aanstonds blijkt dat de aanvraag niet voor inwilliging vatbaar is, dan kan de aanvraag niet op grond van artikel 4:5 Awb buiten behandeling worden gesteld | Raad van State 5 juli 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AY0399 |
Een onvolledige aanvraag mag niet door het bestuursorgaan zelf in een conceptaanvraag worden omgezet (artikel 4:5 Awb) | Raad van State 7 februari 1996, ECLI:NL:RVS:1996:AN5011 |
Een onvolledige aanvraag is in beginsel een tijdige aanvraag (artikel 4:5 Awb) | Raad van State 10 oktober 2000, ECLI:NL:RVS:2000:AA8128 |
Bij het standaard geven van een bepaalde termijn voor het aanvullen van de aanvraag op grond van artikel 4:5 Awb mag het bestuursorgaan hier niet zonder motivering van worden afgeweken | Centrale Raad van Beroep 10 april 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BW1401 |
Bij het niet concreet vermelden van de benodigde gegevens wordt niet voldaan aan artikel 4:5 Awb (buiten behandeling stellen aanvraag) | Centrale Raad van Beroep 14 april 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1250 |
De hersteltermijn als bedoeld in artikel 4:5 Awb (buiten behandeling stellen aanvraag) moet zijn afgestemd op de aard en omvang van de gevraagde gegevens | Raad van State 27 augustus 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3213 |
Bij het niet (tijdig) aanleveren van een door het bestuursorgaan gevraagd stuk ex artikel 4:5 Awb kan de aanvraag worden afgewezen | Raad van State 23 januari 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AD8980 |
Artikel 4:5 Awb (buiten behandeling stellen aanvraag) kan in de bezwaarprocedure worden toegepast | Centrale Raad van Beroep 1 mei 1997, ECLI:NL:CRVB:1997:ZB6861 |
Een verzoek om een aanvraag omgevingsvergunning in overeenstemming te brengen met het bestemmingsplan is geen verzoek om aanvulling op grond van artikel 4:5 Awb (aanvraag buiten behandeling stellen) | Raad van State 27 juli 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2162 |
De wet (lees: Regeling omgevingsrecht) bevat geen verplichting op grond waarvan een aanvrager om een omgevingsvergunning ter afwijking van het bestemmingsplan (ex artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo) een zogenaamde ‘goede ruimtelijke onderbouwing’ moet verstrekken en de aanvraag kan niet op grond van artikel 4:5 Awb buiten behandeling worden gelaten wegens het enkele ontbreken van deze ‘goede ruimtelijke onderbouwing’ | Raad van State 19 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3015 en ECLI:NL:RVS:2022:3022 |