Artikel 5:32a Awb
- 1 De last onder dwangsom omschrijft de te nemen herstelmaatregelen.
- 2 Bij een last onder dwangsom die strekt tot het ongedaan maken van een overtreding of het voorkomen van verdere overtreding, wordt een termijn gesteld gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd.
Rechtspraak artikel 5:32a Awb (inhoud last onder dwangsom)
De omschrijving van de last onder de dwangsom moet op grond van artikel 5:32a Awb zo nauwkeurig zijn dat de overtreder weet wat gedaan of nagelaten moet worden om het verbeuren van de last te voorkomen | Raad van State 11 augustus 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AQ6624 |
Wanneer uit de last onder dwangsom niet kan worden afgeleid wat moet worden gedaan of worden nagelaten om het verbeuren van de last te voorkomen, is de last in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel (inhoud last onder dwangsom ex artikel 5:32a Awb) | Raad van State 9 maart 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP7132 |
De last onder dwangsom mag niet verder strekken dan het doel van de last (het beëindigen van de overtreding) (inhoud last onder dwangsom ex artikel 5:32a Awb) | Raad van State 20 augustus 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3059 |
Een handhavingsbesluit moet in beginsel zijn gericht op het volledig opheffen van de overtreding (inhoud last onder dwangsom ex artikel 5:32a Awb) | Raad van State 10 april 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE1254 |
In een last onder dwangsom moet de overtreder een keuze worden gelaten wat betreft de middelen die hij wenst toe te passen om de overtreding te beëindigen (artikel 5:32a Awb) | Raad van State 20 augustus 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AI1247 |
Het vermelden van vervangende overtreden wettelijke voorschriften in een last onder dwangsom is niet toegestaan (artikel 5:32a Awb) | Raad van State 7 juni 2001, ECLI:NL:RVS:2001:AL2346 |
De begunstigingstermijn in een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32a lid 2 Awb is niet bedoeld om de overtreder in de gelegenheid te stellen de uitkomst van een rechterlijke (beroeps)procedure af te wachten | Raad van State 26 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2797 |
Bij het stellen van de begunstigingstermijn in de last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32a lid 2 Awb is slechts van belang of binnen die termijn aan de last kan worden voldaan en niet of de overtreder dat op een vanuit bedrijfseconomisch opzicht zo gunstig mogelijke wijze kan doen | Raad van State 3 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1179 |
De vraag of het bestuursorgaan hangende een gerechtelijke procedure de begunstigingstermijn van een last onder dwangsom ex artikel 5:32a lid 2 Awb mag verlengen tot na afloop van de procedure, hangt af van de aard van de overtreding en de bij het besluit betrokken belangen | Raad van State 26 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2860 |
Als een last onder dwangsom per post wordt bekendgemaakt moet bij de lengte van de begunstigingstermijn als bedoeld in artikel 5:32a lid 2 Awb rekening worden gehouden met het feit dat het besluit direct in werking treedt | Raad van State 24 augustus 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2305 |
Bij een last onder dwangsom gericht op het voorkomen van een herhaling van een overtreding hoeft geen begunstigingstermijn als bedoeld in artikel 5:32a Awb te worden gesteld | Raad van State 9 december 2015, ECLI:NL:RVS:2015:3776 |
De begunstigingstermijn in een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32a Awb mag niet zo lang zijn dat in feite sprake is van een gedoogtoestemming (voor een bepaalde termijn) | Raad van State 30 mei 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BA5983 |
De begunstigingstermijn in een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32a Awb geldt in hele dagen, beginnend op de eerste hele dag na de dag waarop een gebeurtenis (waarvan de aanvang van de termijn is verbonden) heeft plaatsgevonden | Raad van State 21 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3388 |
Derdebelanghebbenden bij een last onder dwangsom zijn belanghebbende bij het besluit tot verlenging van de begunstigingstermijn als bedoeld in artikel 5:32a Awb | Raad van State 29 januari 1990, ECLI:NL:RVS:1990:AN0937 |
Een verlenging van de begunstigingstermijn van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32a Awb voor onbepaalde tijd moet worden aangemerkt als een intrekking van de last | Raad van State 5 februari 1996, ECLI:NL:RVS:1996:AN5102 |
Een verstreken begunstigingstermijn van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32a Awb kan niet meer worden verlengd | Raad van State 16 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1340 |
Een voorzieningenrechter kan middels een voorlopige voorziening met terugwerkende kracht bewerkstelligen dat dat in de periode tussen het einde van de begunstigingstermijn en de uitspraak niet aan de last onder dwangsom hoeft te worden voldaan (artikel 5:32a Awb) | Raad van State 22 oktober 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3803 |
Het is mogelijk na het verstrijken van de begunstigingstermijn van een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 5:32a Awb een nieuwe begunstigingstermijn te geven | Raad van State 9 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2965 |
Indien de verbeurte van een last onder dwangsom is bepaald per tijdseenheid waarin de overtreding voortduurt en er wordt binnen die tijd een nieuwe begunstigingstermijn als bedoeld in artikel 5:32a Awb gegeven, dan zijn er geen dwangsommen verbeurd | Raad van State 6 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1829 |
Een eenmaal verstreken begunstigingstermijn ex artikel 5:32a Awb kan worden verlengd als (i) het verzoek voorafgaand aan het verstrijken van de termijn is ingediend en (ii) het de verzoeker niet kan worden aangerekend dat het bevoegd gezag niet vóór het verstrijken van de begunstigingstermijn op dit verzoek heeft beslist | Raad van State 17 februari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:326 |