Artikel 6:13 Awb
Geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 naar voren heeft gebracht, geen bezwaar heeft gemaakt of geen administratief beroep heeft ingesteld.
Rechtspraak artikel 6:13 Awb (redelijkerwijs verwijt beroep)
Het is niet met het wettelijk stelsel verenigbaar dat eerst na de termijn van het indienen van een zienswijze een stichting wordt opgericht en dat zij zich daarna in de procedure mengt (artikel 6:13 Awb) | Raad van State 3 juli 2013, ECLI:NL:RVS:2013:146 |
Uit artikel 6:13 Awb (redelijkerwijs verwijt beroep) vloeit geen beperking voort met betrekking tot de gronden die een belanghebbende bij de rechter kan aanvoeren tot de gronden die in bezwaar zijn aangevoerd | Raad van State 8 september 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AQ9916 |
Bij een bestemmingsplanprocedure heeft artikel 6:13 Awb (redelijkerwijs verwijt beroep) betekenis in die zin dat alleen beroep kan worden aangetekend tegen die planonderdelen waarvan de belanghebbende tijdig zienswijzen heeft ingediend, tenzij het bestemmingsplan gewijzigd wordt vastgesteld. Nieuwe beroepsgronden tegen de reden aangevoerde planonderdelen of nieuwe argumenten ter ondersteuning van de reeds aangevoerde beroepsgronden zijn toegestaan | Raad van State 27 augustus 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BE9308 |
Artikel 6:13 Awb (redelijkerwijs verwijt beroep) is van toepassing op elk van de in artikel 2.1 of 2.2 Wabo opgenomen toestemmingen, in die zin dat elk van deze toestemmingen als een besluitonderdeel moeten worden aangemerkt | Raad van State 9 maart 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP7155 |
Een belanghebbende bij een bestemmingsplan, omgevingsvergunning of natuurvergunning die met de uitgebreide procedure is voorbereid, hoeft voorlopig niet meer eerst een zienswijze in te dienen tegen het ontwerpbesluit om het recht op beroep bij de bestuursrechter ‘veilig te stellen’ (artikel 6:13 Awb) | Raad van State 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786 |
Wanneer er een zienswijze is ingediend in een uitgebreide voorbereidingsprocedure die voor ‘een ieder’ is opengesteld, geldt in beroep niet de eis van belanghebbendheid (artikel 6:13 Awb) | Raad van State 4 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:953 |
De ontvankelijkheid is in beginsel een ambtshalve te beoordelen aspect. De beoordeling hiervan vindt dus ook plaats als geen van de procespartijen de ontvankelijkheid ter discussie heeft gesteld. Weliswaar heeft de Raad van State in de uitspraak van 4 augustus 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1730, overwogen dat een belanghebbende niet langer ambtshalve door de bestuursrechter wordt tegengeworpen dat het bezwaar niet tijdig was, maar dan moet wel sprake zijn van de in die uitspraak opgenomen of daarmee vergelijkbare situatie (artikel 6:13 Awb) | Raad van State 11 januari 2023, ECLI:NL:RVS:2023:76 |
Artikel 6:13 Awb (redelijkerwijs verwijt beroep) staat eraan in de weg dat een partij in beroep gronden indient tegen een onderdeel van een besluit dat zij niet in de bestuurlijke fase aan de orde heeft gesteld, de zogenoemde onderdelentrechter. Dergelijke gronden worden wel besproken als (i) haar redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij dat onderdeel niet in de bestuurlijke fase heeft bestreden of (ii) sprake is van een beroep van een belanghebbende tegen een omgevingsrechtelijk besluit dat is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 Awb | Raad van State 17 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2853 |