Artikel 7:10 Awb
- 1 Het bestuursorgaan beslist binnen zes weken of – indien een commissie als bedoeld in artikel 7:13 is ingesteld – binnen twaalf weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.
- 2 De termijn wordt opgeschort gerekend vanaf de dag na die waarop de indiener is verzocht een verzuim als bedoeld in artikel 6:6 te herstellen, tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
- 3 Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen.
- 4 Verder uitstel is mogelijk voor zover:
- a. alle belanghebbenden daarmee instemmen,
- b. de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad, of
- c. dit nodig is in verband met de naleving van wettelijke procedurevoorschriften.
- 5 Indien toepassing is gegeven aan het tweede, derde of vierde lid, doet het bestuursorgaan hiervan schriftelijk mededeling aan belanghebbenden.
Rechtspraak artikel 7:10 Awb (beslistermijn bezwaar)
De termijn in artikel 7:10 Awb (beslistermijn bezwaar) zijn van orde, het bestuursorgaan blijft na het verstrijken van deze termijn bevoegd een beslissing op bezwaar te nemen | Raad van State 2 maart 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP6348 |
Blijft de mededeling van het bestuursorgaan dat de beslistermijn van 12 weken geldt achterwege, dan geldt de beslistermijn van 6 weken (artikel 7:10 Awb) |
Raad van State 17 augustus 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2233 |
Als na de vernietiging van een besluit door de rechter geen termijn voor het nemen van een nieuw besluit op bezwaar is gegeven, dan geldt dezelfde termijn als die voor het eerste (vernietigde) besluit op bezwaar gold (beslistermijn bezwaar ex artikel 7:10 Awb) | Centrale Raad van Beroep 22 juni 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2275 |
Het bieden van de mogelijkheid tot het aanvullen van de bezwaargronden, anders dan bedoeld in artikel 6:6 Awb, heeft geen opschorting of verlenging van de beslistermijn als bedoeld in artikel 7:10 Awb tot gevolg | Raad van State 14 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:27 |
De beslissing tot verdaging van de beslistermijn als bedoeld in artikel 7:10 lid 3 Awb hoeft niet nader te worden gemotiveerd | Raad van State 5 juni 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE3641 |
De beslissing tot verdaging van de beslistermijn als bedoeld in artikel 7:10 lid 3 Awb die na het verstrijken van de beslistermijn wordt genomen/verzonden, heeft geen rechtsgeldige werking | Raad van State 6 augustus 2010, ECLI:NL:RVS:2010:2640 |
Als een belanghebbende de instemming als bedoeld in artikel 7:10 lid 4 Awb intrekt dan is het bestuursorgaan direct in verzuim, tenzij partijen hierover andere afspraken hebben gemaakt | Hoge Raad 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2778 |
Artikel 7:10 lid 4 sub 4 Awb (naleving wettelijke procedurevoorschriften) is niet van toepassing op het alsnog volgen van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb | Raad van State 4 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:640 |