Uiterlijk op de elfde dag voor de zitting moeten de nadere stukken als bedoeld in artikel 8:58 Awb door de rechter zijn ontvangen | Raad van State 24 mei 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AX4384 |
Gelet op een behoorlijk verloop van de procedure moet in het algemeen altijd aan de tiendagentermijn als bedoeld in artikel 8:58 Awb worden voldaan | Raad van State 24 december 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AF2495 |
Uitzonderingen op de tiendagentermijn als bedoeld in artikel 8:58 Awb is mogelijk omdat de goede procesorde een zelfstandige door de rechter te hanteren maatstaf is, op grond waarvan toch binnen tien dagen voor de zitting nadere stukken kunnen worden ingediend | Raad van State 16 juli 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BD7356 |
Als de nadere stukken als bedoeld in artikel 8:58 Awb tijdig (de elfde dag voor de zitting) worden ingediend maar heel omvangrijk zijn, dan kan de goede procesorde met zich brengen dat de zitting wordt uitgesteld | Raad van State 7 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1669 |
Een verwijzing naar een uitspraak met datum en vindplaats als nader argument voor een reeds ingenomen standpunt is geen nader stuk als bedoeld in artikel 8:58 Awb | Centrale Raad van Beroep 23 mei 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:BW7524 |
De tiendagentermijn van artikel 8:58 Awb valt niet onder de algemene verlengingsregeling van artikel 1 van de Algemene termijnenwet | Raad van State 24 mei 2006, ECLI:NL:RVS:2006:AX4384 |
Als na afloop van de tiendagentermijn als bedoeld in artikel 8:58 Awb nadere stukken worden ingediend die door de rechter worden toegelaten, dan moet rechter – gelet op de goede procesorde – in beginsel overgaan tot schorsing van het onderzoek ter zitting of tot heropening van het onderzoek, om partijen de mogelijkheid te geven zich over de stukken uit te laten | Centrale Raad van Beroep 12 september 2007, ECLI:NLCRVB:2007:BB3729 |
Stukken ter toelichting op eerder ingediende beroepsgronden zijn nadere stukken als bedoeld in artikel 8:58 Awb | Raad van State 22 november 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AU7229 |
Op grond van artikel 8:58 lid 1 Awb (indiening nadere stukken beroep) kunnen niet nieuwe beroepsgronden naar voren worden gebracht | Raad van State 4 juli 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AT9534 |
Een kort rapport dat ter zitting mondeling naar voren wordt gebracht en wordt overgelegd in antwoord op een door de rechter gestelde vraag is onderdeel van het pleidooi en dus geen nader stuk als bedoeld in artikel 8:58 Awb | Centrale Raad van Beroep 20 december 2006, ECLI:NL:CRVB:2006:AZ4969 |