Voor het in stand laten van de rechtsgevolgen of het zelf in de zaak voorzien door de rechter ex artikel 8:72 Awb hoeft niet nog maar één beslissing mogelijk te zijn | Raad van State 10 december 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BG6401 |
Een vernietiging van een besluit in een uitspraak moet expliciet in het dictum worden opgenomen (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 6 mei 1999, ECLI:NL:RVS:1999:AN6021 |
Een omgevingsvergunning blijft in stand als het daaraan ten grondslag liggende bestemmingsplan zijn werking heeft verloren (Tegelenjurisprudentie) (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 1 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:247 |
De vernietiging van een bestemmingsplan heeft geen rechtsgevolgen voor een op grond van dat plan verleende omgevingsvergunning (Tegelenjurisprudentie) (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 24 februari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP6324 |
Als tijdens de vernietiging van het bestemmingsplan geen omgevingsvergunning is verleend, dan heeft de vernietiging terugwerkende kracht en moet het bestemmingsplan worden geacht nooit te hebben bestaan (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 24 september 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AL1509 |
De Tegelenjurisprudentie geldt niet als het vernietigde bestemmingsplan de beoogde activiteit niet toestond, zodat een omgevingsvergunning ter afwijking van het bestemmingsplan (ex artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo) benodigd was (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 21 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:92 |
Een handhavingsbesluit is niet het rechtsgevolg van het onderliggende besluit, zodat deze niet voor vernietiging in aanmerking komt gelet op het enkele feit dat de onderliggende omgevingsvergunning of het daarin opgenomen voorschrift is vernietigd (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 1 juli 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BJ1126 |
Een vernietiging en de daaruit voortvloeiende onrechtmatigheid werkt niet door naar eventuele andere procedures waar andere partijen bij betrokken zijn (artikel 8:72 Awb) | College van Beroep voor het bedrijfsleven 3 mei 2013, ECLI:NL:CBB:2013:CA0922 |
Een vernietiging van een besluit strekt zich niet uit tot de feitelijke gevolgen van het besluit (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 3 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2999 |
Als het bestreden besluit een beslissing op bezwaar is, dan blijft bij de vernietiging daarvan het primaire besluit en het daartegen gerichte bezwaar bestaan (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 1 april 1996, H01.95.0170 |
Vernietiging van zowel de beslissing op bezwaar als het primaire besluit is niet mogelijk (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 4 juni 1996, ECLI:NL:RVS:1996:ZF2229 |
Bij een vernietiging van een besluit op bezwaar kan zowel expliciet in het dictum als impliciet uit de overwegingen van de uitspraak volgen dat het bestuursorgaan met inachtneming van de uitspraak een nieuw besluit op bezwaar moet nemen (artikel 8:72 Awb) | Centrale Raad van Beroep 22 juni 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2275 |
Na vernietiging van een besluit staat het het bestuursorgaan in beginsel (gelet op de zorgvuldigheid, de aard en ernst van de gebreken) vrij om bij het nemen van het nieuwe besluit terug te vallen op de procedure die aan het eerste besluit ten grondslag lag of om de procedure helemaal opnieuw te doorlopen (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 31 juli 2013, ECLI:NL:RVS:2013:526 |
Als geen hoger beroep tegen een vernietigingsuitspraak worden ingesteld, dan moet het bestuursorgaan bij het nieuwe besluit op bezwaar de door de rechter in eerste aanleg uitdrukkelijk en zonder voorbehoud gegeven rechtsoordelen volgen (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 29 augustus 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB2464 |
Bij het beoordelen of de rechtsgevolgen van een besluit op grond van artikel 8:72 Awb in stand moeten worden gelaten, moet in beginsel worden uitgegaan van de feiten en omstandigheden van dat moment en het op dat moment geldende recht (ex nunc) | Raad van State 8 juni 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1555 |
Als het bestuursorgaan het besluit wil handhaven, de gebreken herstelt en andere partijen zich daarover in voldoende mate hebben uitgelaten, dan kunnen de rechtsgevolgen van het besluit in stand worden gelaten (mits het herstelde besluit in rechte in stand kan blijven) (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 19 februari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:504 |
Het in stand laten van de rechtsgevolgen van een besluit op grond van artikel 8:72 lid 3 Awb is ook mogelijk op grond van stukken die in beroep zijn overgelegd, voor zover alle partijen zich daarover hebben kunnen uitlaten | Raad van State 27 januari 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BL0742 |
Het besluit tot het in stand laten van de rechtsgevolgen van een besluit ex artikel 8:72 lid 3 Awb moet in de uitspraak worden gemotiveerd | Centrale Raad van Beroep 3 februari 1999, ECLI:NL:CRVB:1999:AA3663 |
Een rechter kan niet het primaire besluit vernietigen, maar wel herroepen en indien nodig een nieuw besluit nemen (artikel 8:72 Awb) | Raad van State 8 december 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AR7075 |
Bij het zelf voorzien in de zaak als bedoeld in artikel 8:72 lid 3 onder b Awb moet de rechter uitgaan van het op dat moment geldende recht (ex nunc) | Raad van State 2 december 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BK5064 |
Om zelf in de zaak te kunnen voorzien als bedoeld in artikel 8:72 lid 3 onder b Awb, moet de rechter ervan overtuigd zijn dat er geen andere uitkomst van de zaak mogelijk is en dat dit in rechte stand houdt | Raad van State 16 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3054 |
Bij een vernietiging van een besluit vanwege een motiveringsgebrek ligt het zelf in de zaak voorzien als bedoeld in artikel 8:72 lid 3 onder b Awb niet voor de hand | Centrale Raad van Beroep 19 maart 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BI4395 |
Het zelf in de zaak voorzien als bedoeld in artikel 8:72 lid 3 onder b Awb wordt vaak gebruikt bij het verlengen van de begunstigingstermijn van een handhavingsbesluit | Raad van State 14 april 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BM1763 |
Het zelf in de zaak voorzien als bedoeld in artikel 8:72 lid 3 onder b Awb wordt vaak gebruikt bij het aanpassen van planregels in een bestemmingsplan | Raad van State 24 november 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BO4871 |
Het zelf in de zaak voorzien als bedoeld in artikel 8:72 lid 3 onder b Awb laat de bevoegdheid van het bestuursorgaan om besluiten te nemen onverlet, onder de voorwaarde dat het bestuursorgaan wel de uitspraak van de rechter moet respecteren | College van Beroep voor het bedrijfsleven 15 januari 2014, ECLI:NL:CBB:2014:1 |
Een rechter kan het bestuursorgaan uitsluitend opdragen een nieuw besluit te nemen ex artikel 8:72 lid 4 Awb, indien het beroep gegrond is verklaard | Raad van State 26 maart 2003, ECLI:NL:RVS:2003:AF6363 |
Als na inwerkingtreding van een nieuw – nog niet in rechte onaantastbaar – bestemmingsplan een aanvraag om bouwvergunning (lees: omgevingsvergunning voor bouwen) wordt ingediend of ingewilligd, moet een belanghebbende die tegen de bouwvergunning opkomt een behoorlijke en praktisch bruikbare mogelijkheid worden geboden om het nieuwe bestemmingsplan alsnog te laten schorsen. Als tegelijk met de indiening van het bezwaarschrift tegen de bouwvergunning een verzoek om schorsing van het nieuwe bestemmingsplan wordt ingediend, ligt het ‘in de rede’ dat College van B&W niet op het bezwaar beslist voordat de rechter zich over de gevraagde schorsing van het nieuwe bestemmingsplan heeft uitgesproken. Wordt het bestemmingsplan geschorst, dan geldt bij het besluit op bezwaar het oude plan als toetsingskader. Is het besluit op bezwaar reeds genomen, dan zal de bestuursrechter in dit geval – anders dan in het algemeen – toch aan het oude plan moeten toetsen (Tegelenjurisprudentie ex artikel 8:72 Awb) | Raad van State 24 februari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP6324 |