Artikel 2:4 Awb
- 1 Het bestuursorgaan vervult zijn taak zonder vooringenomenheid.
- 2 Het bestuursorgaan waakt ertegen dat tot het bestuursorgaan behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden.
Rechtspraak
Overheid moet nodige objectiviteit betrachten en zich niet door vooringenomenheid laten leiden (artikel 2:4 Awb) | Raad van State 15 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:701 |
(Schijn van) vooringenomenheid als bedoeld in artikel 2:4 Awb kan in bezwaar worden gerepareerd | Raad van State 13 augustus 2008, ECLI:NL:RVS:2008:BD9965 |
Schijn van belangenverstrengeling als bedoeld in artikel 2:4 Awb moet worden gemeden (beslissende stem over voorstel tot verlening planologische medewerking) | Raad van State 7 augustus 2002, ECLI:NL:RVS:2002:AE6228 |
Bij onvervangbare bestuurder met persoonlijk belang moet worden gezocht naar mogelijkheden om zijn/haar invloed te beperken (bijvoorbeeld adviseurs betrekken) – verbod van vooringenomenheid ex artikel 2:4 Awb | Raad van State 28 juli 2004, ECLI:NL:RVS:2004:AQ5724 |